vivisectie kat vivisectie kat vivisectie kat vivisectie kat vivisectie kat vivisectie kat vivisectie katvivisectie katvivisectie kat

Wij gaan wat vertellen over dierproeven. Als iemand namelijk het woord dierproef hoort willen ze meestal al meteen niet meer verder praten. Nu is het ook wel zo dat dierproeven te vaak gedaan worden met meestal negatieve uitslagen. Maar wij willen nu gaan vertellen wat zo’n dierproef eigenlijk inhoud waar ze voor gebruikt worden en wat de laatste ontwikkelingen zijn. Dat doen we als volgt.

- Eerst vertelt … wanneer een dierproef een dierproef is.

- Daarna vertelt … een klein stukje geschiedenis van dierproeven om een beeld te krijgen wanneer het allemaal begonnen is.

- Dan vertelt … iets over de Dierenexperimentencommissie

- Dan vertelt … ook nog iets over wat voor soort dieren er voor de proeven gebruikt worden en voor wat voor soort proeven ze dan gebruikt worden.

- Dan vertelt … wat over dierproeven die ook echt nodig zin. Dus met positieve gevolgen

- Dan vertel … iets over een aantal belachelijke dierproeven. D.w.z dat die dierproeven nergens voor nodig waren

- Dan vertelt … nog iets over de laatste ontwikkelingen van dierproeven

- Hierna vertelt … de 3 redenen tegen alternatieven en de alternatieven voor dierproeven.


Wanneer is een proef een dierproef

Een experiment wordt als een dierproef beschouwd als er één of meer gewervelde dieren worden gebruikt. Het experiment wordt gedaan om een antwoord te krijgen op een wetenschappelijke vraag of om bijvoorbeeld een medicijn zoals een vaccin te produceren. Ook een practicum van een student met één of meer gewervelde dieren is wettelijk een dierproef.

De geschiedenis

Er worden al eeuwen lang experimenten met dieren gedaan. Al honderden jaren geleden werden medicijnen eerst op dieren getest voordat het bij mensen werd toegediend. Maar de Christenen legden deze experimenten stil. Ze waren tegen experimenten waarbij dieren werden gebruikt. In de 15e eeuw kwamen de experimenten op dieren pas echt op gang.

300 jaar later waren dierenexperimenten noodzakelijk voor de medische wereld. In de 19e eeuw werden veel experimenten uitgevoerd op dieren.

In 1977 werd in Nederland de wet voor dierproeven ingevoerd. Vanaf toen mocht ieder dier gebruikt worden voor experimenten met dieren.


Hoe ver kun je gaan

Natuurlijk kan niet iedereen zomaar dierproeven gaan doen. als dat het geval zou zijn zouden er namelijk te veel onzinnige en belachelijke experimenten komen. Daarom bestaat er in Nederland de Dierenexperimentencommisie. Korter gezegd DEC. Een dierproef mag dan ook pas uitgevoerd worden als de DEC een positief advies geeft gegeven. Er gaat nog wel heel wat aan vooraf, voordat zo’n advies gegeven wordt.

De onderzoeker moet ten eerste een onderzoeksplan indienen. D.w.z dat ze een aanvraagformulier moeten invullen. Op dat formulier moet het volgende staan:

- De vraagstelling van de proef
- Het maatschappelijk en wetenschappelijk belang van het onderzoek
- de proefbehandeling
- diersoort en aantal dieren
- huisvesting van de proefdieren
- mate van ongerief voor de proefdieren, last, hinder van de dieren.

Als dit formulier is ingevuld gaat de DEC het beoordelen.

Om de proef uit te voeren moet het onderzoeksplan eerst wetenschappelijk zijn goedgekeurd. Een proef is tenslotte pas een dierproef als het antwoord geeft op een wetenschappelijke vraag. De beoordeling kan door bepaalde personen, die daarvoor verantwoordelijk zijn gebeuren, maar dit kan ook daartoe ingestelde commissies. Het gaat niet zo snel als je denkt. De DEC vergadert namelijk maar 1 keer per maand. Om je onderzoeksplan te laten beoordelen, moet je er wel voor zorgen dat het twee weken van tevoren in het bezit is van de secretaris van de DEC. Dit wil dus zeggen voor de 1e maandag van de maand, aangezien men elke 3e maandag van de maand vergadert. Tijdens deze vergadering worden alle ingediende onderzoeksplannen besproken.

- Bij deze bespreking neemt men de ethische en proefdierkundige criteria acht

- Men gaat na of er is gedacht aan alternatieven voor de proef.

- Men bepaalt dan er wijzigingen aangebracht moeten worden in het plan.

- Het kan ook nog zo zijn dat de onderzoeker moet komen uitleggen

- Tenslotte moet meer dan de helft van de aanwezige van de vergadering voor het onderzoeksplan zijn.

Er kunnen nog wel voorwaarden aan verbonden worden.

Deze procedure geldt niet voor elk onderzoeksplan. Er zijn enkele categorieën, die door het kleine comité van de DEC, beoordeeld wordt. Deze categorieën zijn als volgt

- Experimenten met een gering aantal dieren en niet meer dan gering ongerieef voor de dieren

- Onderzoeksplannen die bij herhaling volgens een vast onderzoeksplan worden uitgevoerd en die eerder door de voltallige DES vam een positier advies zijn voorzien.

- Kleine wijzigingen op lopende onderzoeksplannen

Onderzoeksplannen voor deze categorieën kunnen op elk moment worden aangeleverd. Deze worden dan ook zo snel mogelijk behandeld.


Als het positief advies gegeven is mag men nog niet zomaar aan de proef beginnen. Tijdig voor het experiment moet men zich aan melden bij de proefdierdeskundige, dr F.A.R

Wat en waarvoor

Welke dieren

Voor de dierproeven worden veel en verschillende dieren gebruikt. Om een idee te krijgen hoeveel dieren er jaarlijks eigenlijk wel niet gebruikt worden voor dierproeven ga ik nu wat cijfers vertellen. Hoewel het nog steeds te veel dieren zijn, die er gebruikt worden, zit er wel een dalende lijn in deze cijfers. In 1997 werden er namlijk 712.650 dieren gebruikt, terwijl er dit in 1996 nog 741.174 en in nog 1995 747.410. Eigenlijk is dit al helemaal niet zo veel meer in 1987 werden er namelijk nog 1,5 miljoen dieren gebruikt.

Voor de proeven worden niet alle dieren gebruikt. En al helemaal niet evenveel van elke soort. Knaagdieren worden veel meer gebruikt dan zoogdieren. Om een idee te krijgen hoeveel van welke soort er gebruikt worden, geef ik nu wat cijfers van het jaar 1997 in NL

- 234.262 ratten
- 675 apen
- 460 katten
- 2134 runderen
- 3216 vissen
- 295.973 muizen
- 10.435 konijnen
- 4935 schapen en geiten

De overige dieren zoals vogels, katten, honden enz. werden ook gebruikt, maar in te kleine mate om hier te noemen

Van deze dieren was tijdens de proef bij ruim 46% geen pijnbestrijding toegepast, omdat de pijn niet noemenswaard was. Bij iets minder dan een kwart bestond het ongerief uit iets anders dan pijn en bij13,4 procent was pijnbestrijding onmogelijk of ongewenst.

Waarvoor

De verschillende dieren de ik net genoemd heb zijn voor verschillende categorieën gebruikt gebruikt.

- 43,3 % voor wetenschappelijk onderzoek

- 31,8 % voor serum en vaccins. Een serum is een stof die bereid is uit dierenbloed. Waarna men het bloed bij de mens inspuit en de mens er niet meer ziek van wordt.

- 16,3 % voor vergif

- 5 % voor onderwijs

- 3,6 % voor diagnostiek

In 1997 werden geen proeven gedaan voor onderzoek met betrekking tot tabak en rookwaren. Er werden ook geen dieren voor cosmetica en toiletartikelen gebruikt, omdat dit sinds 5 februari 1997 verboden is.


De positieve gevolgen van dierproeven

Zoals jullie weten worden veel dingen getest op dieren. Sommige testen zijn onnodig, maar de testen kunnen ook positieve gevolgen hebben. Zo worden veel medicijnen uitgetest op dieren voordat het wordt toegediend bij mensen. Een voorbeeld daarvan is een medicijn tegen de schadelijke gevolgen van een hartinfarct. Als iemand een hartinfarct heeft gehad, kunnen de gevolgen schadelijk zijn. Sinds kort is dit veranderd. Als binnen zes tot twaalf uur na het hartinfarct een speciaal bloedeiwit wordt toegediend, kunnen die schadelijke gevolgen teruggebracht worden. Uit dierproeven blijkt het eiwit, de zogenaamde C1-esteraseremmer, de uiteindelijke schade met 40 tot 50% te verminderen. De proef werd gedaan met honden. Honden met een hartinfarct kregen het eiwit uit bloedplasma via een infuus toegediend. Door de behandeling werd de schade die het infarct aan het hartweefsel kan veroorzaken, met 40 tot 50% verminderd. Omdat men uit de praktijk weet dat het medicijn geen schadelijke bijwerkingen heeft, konden snel na de dierproeven het medicijn ook toegediend worden bij mensen.

Een ander voorbeeld van uitgeteste medicijnen is een medicijn voor parkinson. Maar hier vertelt Lianne dadelijk meer over.

Ook een positief gevolg van dierproeven is de vooruitgang van de kennis op het gebied van genetische manipulatie. Door genetische manipulatie kan het erfelijk materiaal van iemand veranderd worden. Daardoor kunnen ze dingen uittesten. Zo werden gekloonde dieren gebruikt als ‘medicijnfabriek’. De konijnen, koeien en schapen, die medicijnen leveren, hebben een DNA-construct van delen van dierlijke en menselijke genen gekregen, die er samen voor zorgen dat de dieren biomedisch eiwitten produceren en hiervan worden medicijnen gemaakt. Door genetische manipulatie kunnen op langere termijn zelfs dieren gebruikt worden als orgaandonoren. Dit wordt xenotransplantatie genoemd. Het proefdieronderzoek mag pas worden voortgezet als er meer bekend is over de risico’s die xenotransplantatie met zich meebrengt. Eén van de risico’s is bijvoorbeeld dat gevaarlijke dierlijke virussen worden overgedragen.



Negatieve gevolgen van de dierproeven.

Het gaat bij de dierproeven niet allemaal zoals het zou moeten gaan. Voor sommige proeven worden veel te veel dieren gebruikt en soms worden er proeven gedaan die nog een eens niet nodig zijn. Ik zal een paar voorbeelden noemen:

- In Engeland is men zo ver gegaan, dat men eerst genetisch gemanipuleerde varkens maakte. En vervolgens met deze varkens proeven ging doen.

- In Schotland heeft men in het geheim proeven gedaan om zalm via genetische manipulatie 4 keer sneller te laten groeien. Hier is men een jaar mee bezig geweest. Na een jaar werd het project gestopt en werd alle gemanipuleerde zalm vernietigd. De zalmen liggen slecht bij het publiek wegens hun lelijkheid.

- Men heeft ook al belachelijke proeven gedaan met kikkers. Men beschadigde in een vroeg stadium de genen waardoor de meest vreemde beesten ontstonden. Bijvoorbeeld kikkers zonder kop.

- Men is nu aan het proberen om schapen te manipuleren en dat alleen maar om er voor te zorgen dat ze meer wol produceren. En ze zijn ook al bezig met schapen die hun wol makkelijker los laten. Kost kei veel schapenlevens om erachter te komen hoe je daar voor kunt zorgen, alleen maar omdat de mens zelf te lui is. Tenminste zo zie ik het.

Laatste ontwikkelingen.

De proeven gaan nog steeds door en dus vinden er ook nog steeds ontwikkelingen plaats.

- Ten eerste denkt men een medicijn gevonden te hebben tegen de symptomen van de ziekte parkinson. Door de stof THC346 in te brengen bij 2 apen ontdekten prof.dr A. Cools en mevrouw dr. G Andringa dat de voortschrijding in die apen totaal tot stilstand kwam. Voor men het op de apen uitteste had men het ook al op ratten uitgestest. Het afstervingsproces van de zenuwcellen in de hersenen werd bij de ratten en de apen volledig gestopt. Men heeft het in Zwitserland ook al getest op gezonde mensen, waarna bleek dat het geneesmiddel ongevaarlijk is. Binnenkort gaat een onderzoek van start bij de doelgroep: mensen met parkinson

- Het is in december gelukt om bij muizen met een dwarslaesie de beschadiging in het ruggenmerg te repareren. Het onderzoek gaat nog steeds door. Het is nog niet gelukt om mensen met een dwarslaesie te laten lopen, toch zijn de onderzoekers hoopvol gestemd. Ze krijgen namelijk steeds beter inzicht in wat er nodig is voor de regeneratie van beschadigde zenuwen. Het probleem is dus aan te pakken.

Redenen en alternatieven om geen dierproeven te doen

Er zijn drie redenen om geen dierproeven te doen:

1) Dit is een ethische reden: dieren kunnen pijn lijden tijdens of na een proef.

2) Dit is een economische reden: dierproeven zijn duur en het kost veel tijd.

3) Dit is een wetenschappelijke reden: er zijn ook alternatieve voor dierproeven en die geven vaak dezelfde of betere informatie.


Samenvatting

- Een proef is pas een dierproef als er 1 of meer gewervelde dieren gebruikt worden en als het antwoord geeft op een wetenschappelijke vraag.

- Dierproeven worden al eeuwenlang gedaan. Maar sinds 1977 is in Nederland de wet voor dierproeven ingevoerd.

- Voordat je een proef gaat doen moet het goedgekeurd worden door de DEC.

- Zij komen hiervoor 1 keer per maand voor bij elkaar.

- In 1995 werden er 747.410 dieren, in 1996 741.174 dieren en in 1997 712.650.... dieren. Het is dus een dalende lijn. Deze dieren worden het meestgebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.

- Dierproeven hebben ook positieve gevolgen. Zoals het uitvinden van nieuwe medicijnen en xenotransplantatie door middel van genetische manipulatie.

- Proeven met al genetische manipuleren. Een zalm die vier keer zo snel groeit, kikkers zonder kop en schapen die meer wol produceren en de wol sneller loslaten.

- De laatste ontwikkelingen zijn medicijnen tegen parkinson en genezing van een dwars laesie.

- Er zijn drie redenen om geen dierproeven te doen. Dit zijn ethische, economische en wetenschappelijke redenen. De alternatieve voor dierproeven zijn:

- Modellen maken via de computer en zo de dierproeven nabootsen

- Rubberen dieren gebruiken

- Andere dieren gebruiken: bijvoorbeeld slangen, insecten of bacterieën

Men kan natuurlijk niet altijd gebruik maken van deze alternatieven, maar men bekijkt wel bij elke dierproef of dit van tevoren is bekeken.

vivisectie konijn 01

vivisectie konijn 02

vivisectie konijn 03

vivisectie konijn 04

vivisectie muis 01

vivisectie muis 02

vivisectie kat 06

vivisectie konijn 05